uitfrezen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·fre·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

uitfrezen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitfrezen
freesde uit
uitgefreesd
zwak -d volledig
  1. materiaal verwijderen met behulp van een frees
    • Veilig Verkeer Nederland (VVN) en de ANWB zijn dan ook groot voorstander van deze markering, omdat het uitfrezen van de middenmarkering in Zweden heeft geleid tot 20 procent minder slachtoffers op de zogenoemde ’dodenwegen’. Weggebruikers worden gealarmeerd door trilling en hard rammelend geluid als ze de markering overschrijden. [2] 
    • Het belangrijkste is echter het opknappen van het nieuwe huis. Wie na de verhuizing nog gaat verbouwen, roept een hoop ellende over zich af. Meubels kopen en gordijnen maken kan altijd later wel, maar schilderen of het uitfrezen van een muur voor nieuwe leidingen vormen een ramp in een bewoond huis. [3] 
    • Een slagader uitfrezen kost bijna evenveel kracht als het uitboren van een rotte kies. Er zijn al commerciële systemen waarbij een boor wordt aangedreven door een ronddraaiende spil in een holle catheter. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf G. Termaat 17 juni 2017 Wakkergeschud op dodenwegen
  3. NRC R. Biersma 31 maart 2001 Ik kan verhuizen
  4. NRC R. Raaijmakers 28 juni 1997 Schoon vat; Microturbines frezen aanslag uit slagaders
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be