uitborstelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·bor·ste·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en borstelen ww
Werkwoord
uitborstelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitborstelen |
borstelde uit |
uitgeborsteld |
zwak -d | volledig |
- met behulp van een borstel iets schoonmaken of verwijderen
- door borstelen verspreiden
- Maar Karel V won kracht en zelfvertrouwen en leerde zijn handicap te verhullen. Hij stimuleerde zijn hovelingen een modieuze baard of sik te laten groeien en liet zijn eigen baardharen breed uitborstelen. [4]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord uitborstelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf DEBBIE ZWIERS 20 feb. 2014 Zo kom je mooi en verzorgd de herfst door
- ↑ NRC Sieb Posthuma 23 oktober 2009 HERFSTHENRIETTE
- ↑ NRC Thera Coppens 25 februari 2000 Karel V en zijn Habsburgse lip