trek samen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trek samen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trek sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samentrekken |
trek samen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samentrekken
- Ik trek samen.
- gebiedende wijs van samentrekken
- Trek samen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samentrekken
- Trek je samen?
Gangbaarheid
- Het woord trek samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.