traliehek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

traliehek
Uitspraak
Woordafbreking
  • tra·lie·hek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord traliehek traliehekken
verkleinwoord traliehekje traliehekjes

Zelfstandig naamwoord

het tralieheko

  1. hek met verticale stangen
     Onmiddellijk erachter zat - veel solider - een ijzeren traliehek, dat met een Lipsslot was afgesloten.[2]
     Maar eenrichtingsverkeer kan ook slecht uitpakken: de politieke partij Denk kreeg onlangs felle kritiek doordat ze media bij het Rotterdamse hoofdkantoor niet persoonlijk te woord wilden staan, maar slechts stilzwijgend opgerolde persberichten door een traliehek schoven.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 maart 2022 Weblink bron
    Edwin van der Aa
    “Is verrassing van Wilders nou superslim of oliedom?” (11-01-2017), Tubantia