toiletblok

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] toiletblok
Uitspraak
Woordafbreking
  • toi·let·blok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toiletblok toiletblokken
verkleinwoord toiletblokje toiletblokjes

Zelfstandig naamwoord

het toiletbloko

  1. (bouwkunde) ruimte met een of meer toiletten en een wastafel
     Een andere buurtbewoonster vindt het toiletblok nog prima voldoen. Van haar hoeven er dan ook geen toiletpotten komen om op te zitten. "Daar hou ik helemaal niet van, dat is helemaal niet hygiënisch." Veel Chinezen vinden de toiletpotten waar we in het westen op zitten maar raar en vies, want je gaat toch niet op de afdruk van andermans billen zitten?[1]
     Naar de wc's. Want die zijn volgens Mehdi ook niet te doen. We moeten het toilettenblok op de tast betreden, want er is geen licht. Er hangt een putlucht waar je bijna een mes in kunt zetten. "Er is ook geen water trouwens, iedereen neemt zelf een fles mee", zegt Mehdi. Om door te trekken, vul ik aan. "Nee", lacht hij, "om hun kont te wassen."[2]
     Buurtbewoners maken zich zorgen om schade die mogelijk zal worden aangericht. Aan de Vondellaan in de Rivierenwijk wordt een groot evenement georganiseerd. Naast het parcours komt een plek met twee barretjes, een podium voor bandjes en een toiletblok. Er worden op die plek zo’n 20.000 mensen verwacht.[3]
  2. desinfecterend geurmiddel voor in de toilet

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2024 Weblink bron “Toiletrevolutie in China: van gat in de grond naar hypermodern toiletblok” (19 november 2018, 14:43), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2024 Weblink bron “Verboden rondleiding in vluchtelingenkamp Moria: het is een bende” (14 september 2017, 20:14), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2024 Weblink bron “Zorgen om afsluitingen tijdens Tourstart in Utrecht” (19 juni 2015, 13:13), NOS