toetsenist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toetsenist (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtutsəˈnɪst / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- toet·se·nist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toetsenist | toetsenisten |
verkleinwoord | toetsenistje | toetsenistjes |
Zelfstandig naamwoord
de toetsenist m
- (muziek), (beroep) bespeler van een muziekinstrument met een klavier
Vooral gebruikt in muziekgenres als pop en rock waarin iemand vaak meerdere typen klavierinstrumenten kan bespelen.- ▸ Toen hij twee jaar geleden op reünie-tour was met de „oude mannen van Klein Orkest”, als vervangend toetsenist en enige profmuzikant van het gezelschap, speelden ze in Assen en daar zag hij in een hoekje een exacte kopie van de piano staan, als nieuw.[1]
Gangbaarheid
- Het woord toetsenist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Leendert van der Valk“‘Zoals je een gitaar meeneemt naar de camping, de ultieme vrijheid, biertje erbij. Maar dan op de piano’” (13 augustus 2021) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ist in het Nederlands
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal