toegewijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ge·wijd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: toewijden…
verbogen vorm: toegewijde

toegewijd

  1. voltooid deelwoord van toewijden
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen toegewijd toegewijder toegewijdst
verbogen toegewijde toegewijdere toegewijdste
partitief toegewijds toegewijders -

Bijvoeglijk naamwoord

toegewijd

  1. met veel zorg een aandacht
    • De toegewijde arts stond dag en nacht klaar voor haar patiënten. 
    • De toegewijde docente was ook haar vrije tijd nog bezig met werkzaamheden voor school. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be