timesharing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: timesharing (hulp, bestand)
Woordafbreking
- time·sha·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | timesharing | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (informatica) een vorm van multitasking waarbij een computer schijnbaar gelijktijdig gebruikt wordt door een aantal mensen aan een terminal
- regeling waarbij men gezamenlijk eigenaar is van iets, met name een vakantieverblijf, zodat men het een deel van het jaar kan gebruiken
Gangbaarheid
- Het woord timesharing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.