tegenstelling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenstelling tegenstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tegenstellingv

  1. het tegenovergestelde
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • in tegenstelling tot
in contrast met anderen
•  Het was een lange slanke vent van in de veertig, en in tegenstelling tot alle andere hikers was hij glad geschoren met een verzorgde, gezonde uitstraling. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen