tamboer-majoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tam·boer-ma·joor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tamboer zn en majoor zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tamboer-majoor | tamboer-majoors |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tamboer-majoor m
- (muziek) de persoon die voor de fanfare of harmonie uitloopt
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tamboer-majoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.