suikerpot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sui·ker·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord suikerpot suikerpotten
verkleinwoord suikerpotje suikerpotjes

Zelfstandig naamwoord

de suikerpotm

  1. (huishouden) een vaatje bedoeld om een voorraadje suiker op tafel te brengen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be