suikerbos

Nederlands

Koningsprotea (Protea cynaroides)

Uitspraak

• Geluid:  suikerbos    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• sui·ker·bos

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  suiker  en  bos zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	suikerbos	suikerbossen
verkleinwoord	suikerbosje	suikerbosjes

Zelfstandig naamwoord

suikerbos

1. (bloemplanten) een geslacht Protea  uit de familie Proteaceae . Alhoewel Protea ook elders in Afrika te vinden is, komt meer dan 90% van de soorten voor in het fynbos in Zuid-Afrika, dat de floraregio van de Kaap vormt. Enkele soorten worden hier nader beschreven

Hyperoniemen

• zaadplanten, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• blauwe suikerbos, echte suikerbos, gele suikerbos, gewone protea, hottentotsuikerbos, kleindensuikerbos, koningsprotea, rode suikerbos, witte bossuikerbos

Hyponiemen

• bossuikerbos

Gangbaarheid

• Het woord 'suikerbos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] suikerbos op Wikidata