streefcijfer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- streef·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | streefcijfer | streefcijfers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het streefcijfer o
- de doelstelling in aantal of bedrag die men wil bereiken
- Het streefcijfer voor de omzet van elektrofietsen wordt dit jaar ruimschoots overtroffen.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord streefcijfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "streefcijfer" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be