storbedrift

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • stor·be·drift
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   storbedrift     storbedriften     storbedrifter     storbedriftene  
genitief   storbedrifts     storbedriftens     storbedrifters     storbedriftenes  

Zelfstandig naamwoord

storbedrift, m

  1. (economie) grootbedrijf
    «Dette er en virkelig storbedrift etter våre forhold med 2000 ansatte arbeidere.»
    Dit is echt een grootbedrijf na onze relaties met 2000 werknemers.
Hyponiemen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • stor·be·drift
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   storbedrift     storbedrifta     storbedrifter     storbedriftene  

Zelfstandig naamwoord

storbedrift, v

  1. (economie) grootbedrijf
    «En utanlandsk storbedrift søkte 1922 at erobre dei norske margarinmarked.»
    In 1922 probeerde een buitenlands grootbedrijf de Noorse margarinemarkt te veroveren.
Hyponiemen