staart aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • staart aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanstaren

staart (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstaren
    • Jij staart aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstaren
    • Hij staart aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanstaren
    • Staart aan! 

Gangbaarheid