sportpsycholoog

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sportpsycholoog    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sport·psy·cho·loog

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sport zn  en  psycholoog zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sportpsycholoog	sportpsychologen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sportpsycholoog m

1. (sport) (beroep) persoon die een sporter mentaal weerbaarder maakt waardoor de sportprestaties kunnen verbeteren

   ▸ De specialiste in de klasse tot 57 kilogram loopt sinds het begin van dit jaar bij een sportpsycholoog om haar zelfvertrouwen op te vijzelen, maar een op de klippen gelopen liefdesrelatie helpt daar niet aan mee.

   ▸ Op de penaltystip ligt er bij ABAB altijd meer druk op het tweede team dat mag schieten, legt sportpsycholoog Lea Raemaekers uit. "Je staat altijd eentje achter", stelt ze. "Als team A heeft gescoord schiet je om weer gelijk te staan. Als team A heeft gemist, dan heb je pas de kans om voor te staan."

Gangbaarheid

• Het woord sportpsycholoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.