spoel door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoel door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorspoelen

spoel door

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspoelen
    • Ik spoel door. 
  2. gebiedende wijs van doorspoelen
    • Spoel door! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspoelen
    • Spoel je door? 
Verwante begrippen


Gangbaarheid