snoeiwerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snoei·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van snoeien ww en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snoeiwerk | snoeiwerken |
verkleinwoord | snoeiwerkje | snoeiwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
het snoeiwerk o
- het korter maken van bomen, struiken en andere planten
- Het noodzakelijke snoeiwerk is in de afgelopen jaren wegbezuinigd tot het hoogst noodzakelijke onderhoud, waardoor veel bomen een rommelig gezicht geven. De klus fungeert niet alleen als zinnige dagbesteding, de leden van de Werkbrigade steken er ook nog wat van op.[1]
- (figuurlijk) het resultaat van knippen van iets anders dan planten
- Op Facebook deelt Will het resultaat van zijn rigoureuze snoeiwerk. Op een foto laat hij triomfantelijk het bundeltje blonde dreads zien dat hij even daarvoor bij Jaden afknipte. "Ik maak Jaden klaar voor zijn eerste opnamedag van Life In A Year", schrijft de acteur erbij.[2]
- (figuurlijk) het resultaat van bezuinigingen
- Invoering euro kroon op snoeiwerk Letland: Letland bezuinigde de afgelopen jaren met de botte bijl en is nu modelleerling binnen de EU. [3]
Gangbaarheid
- Het woord snoeiwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snoeiwerk" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ de Telegraaf RUBEN KOOPS EN LISE WITTEMAN 29 nov. 2016
- ↑ de Telegraaf 12 apr. 2017
- ↑ de Telegraaf ROLIEN CRÉTON EN HERMAN STAM 07 mrt. 2013
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be