sneeuwt in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sneeuwt in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
insneeuwen

sneeuwt (…) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insneeuwen
    • Jij sneeuwt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insneeuwen
    • Hij sneeuwt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van insneeuwen
    • Sneeuwt in! 

Gangbaarheid