sluiten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sluiten af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslœytə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- slui·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afsluiten |
sluiten (…) af
- meervoud tegenwoordige tijd van afsluiten
Gangbaarheid
- Het woord sluiten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.