skibaan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

skibaan in Duitsland
Uitspraak
Woordafbreking
  • ski·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord skibaan skibanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de skibaanv / m

  1. (wintersport) kunstmatige skipiste in een overdekte hal met echte sneeuw
    • SnowWorld leverde 0,2% in. Het investeringsvehikel van de Vlaamse zakenman Marc Coucke neemt een optie op een belang van 5% over van Value8, passend in zijn streven de uitbater van overdekte skibanen helemaal in te lijven.[1] 
    • SnowWorld schuift zijn plannen om in Parijs en Barcelona skihallen te gaan bouwen op de lange baan. Door de Olympische Spelen in Parijs in 2024 en de huidige politieke onrust in Catalonië ziet het er voorlopig niet naar uit dat er in die plaatsen snel gebouwd kan worden, meldde de uitbater van overdekte skibanen bij zijn jaarresultaten.[2] 
    • SnowWorld profiteert flink van de uitbreidingen in de skihal in Zoetermeer. De uitbater van overdekte skibanen heeft daardoor in de eerste helft van zijn gebroken boekjaar ruim 5 procent meer pistetickets kunnen slijten. Dat leverde meer winst en omzet op, werd woensdag gemeld.[3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 6 jan. 2018
  2. de Telegraaf 30 okt. 2017
  3. de Telegraaf 17 mei 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be