separator

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·pa·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord separator separatoren
separators
verkleinwoord separatortje separatortjes

Zelfstandig naamwoord

de separatorm

  1. toestel voor het separeren (afscheiden) of zuiveren van grondstoffen
  2. (informatica) scheidingsteken (om informatie-eenheden te scheiden)
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen