scheit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scheit
Woordherkomst en -opbouw
- kofferwoord van schaap en geit [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheit | scheiten |
verkleinwoord | scheitje | scheitjes |
Zelfstandig naamwoord
scheit
- (dierkunde) (onvruchtbaar) jong van een geit en een ram
- ▸ Een andere zeldzame variant is de scheit. Dat is de nakomeling van een geitenvrouwtje (sik) en een mannetjesschaap (ram).[2]
Hyperoniemen
Gelijkklinkende woorden
Verwante begrippen
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord 'scheit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Berthold van Maris“Ook achter de woorden lullo en aso zit een systeem” (25 juli 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Zo ziet een gaap eruit” (17 mei 2011) op ad.nl