schaduwrijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

schaduwrijk
Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·duw·rijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schaduwrijk schaduwrijker schaduwrijkst
verbogen schaduwrijke schaduwrijkere schaduwrijkste
partitief schaduwrijks schaduwrijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

schaduwrijk [1]

  1. met veel schaduw (door de aanwezigheid van veel bomen)
     De belletjes klonken nog gedempter dan een maand tevoren; overal was het vol, schaduwrijk en dichtbegroeid; en de jonge sparren die hier en daar in het bos stonden konden niets aan de algemene schoonheid afdoen en deelden in de algemene stemming door het groen van hun donzige jonge uitlopers.[2]
     Ze hebben geluk, de bezoekers en de medewerkers van Erve Dondertman aan de Meester Bosweg in Espelo. ,,Onze kinderboerderij ligt in een bosrijke omgeving”, zegt medewerkster Marjan Noteboom. ,,Het is hier heel erg schaduwrijk met weinig zonplekken. Zelfs met deze hitte is het nog draaglijk.”[3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 27 januari 2022 Weblink bron
    Dick Janssen
    “Bomen maken hitte bij kinderboerderij Dondertman in Espelo draaglijk” (24-07-2019), Tubantia