rijgsteek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

rijgsteek
Uitspraak
Woordafbreking
  • rijg·steek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijgsteek rijgsteken
verkleinwoord rijgsteekje rijgsteekjes

Zelfstandig naamwoord

de rijgsteekm

  1. eenvoudige, losse manier van naaien om twee stukken stof provisorisch aan elkaar vast te maken
    • Het noodzakelijke tegenwicht bieden de lange termijn-trends die met weinigzeggende begrippen als "eerlijkheid", "comfort en functie", en "traditie en ambacht' aangeduid worden en inderdaad wel heel down to earth zijn. "Eerlijk' en "natuurlijk' blijven de sleutelwoorden voor de zich allengs nadrukkelijker manifesterende eco-trend. Púúr natuur? Die door fabrikanten aangebrachte rafels, zorgvuldige geplaatste "slordige' rijgsteken en andere zichtbare afwerkingen? Gloednieuwe "tot op de draad versleten' rokken en jasjes, wekken toch vooral de lachlust, zeker als je de prijskaartjes ziet. [2] 
    • De oude Egyptenaren gooiden niets weg. Kleding werd eindeloos gerepareerd of hergebruikt, zoals te zien is in het Leids museum. Soms verstelde men het weefsel met behulp van een rijgsteek, andere keren met een rolnaad. Als een kledingstuk hopeloos versleten was, scheurde men de stof in repen en gebruikte die als windsels voor een mummie - of als toiletpapier. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen