retegoed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·te·goed
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen retegoed
verbogen retegoede
partitief retegoeds

Bijvoeglijk naamwoord

retegoed

  1. (informeel) heel erg goed
    • Maar dat gezegd zijnde: de Cavalera’s waren retegoed, zoals altijd. Dat gold ook voor Megadeth. Daarover heb ik een behoorlijk onkatholieke mening: ik vind hen nog altijd beter dan Metallica. Niet alleen omdat ze stuk voor stuk goede muzikanten zijn, maar omdat ze ook nog eens tonnen humor hebben. Bovendien is hun drummer een Belg: Dirk Verbeuren. Een beetje chauvinisme mag ook.’ [2] 
    • Komende zondag zijn de FBK Games in Hengelo en daar wil de medewerker van de luchtmobiele brigade opnieuw voluit gaan en de EK-limiet slechten. "De benen zijn retegoed. Ik moet alleen mijn kop op scherp krijgen. Zodat ik me helemaal concentreer op de race en me niet laat afleiden door wat er langs de baan gebeurt."[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 8 augustus 2017
  3. Tubantia 25 mei 2006