remmend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rem·mend

Werkwoord

vervoeging van: remmen
verbogen vorm: remmende

remmend

  1. onvoltooid deelwoord van remmen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen remmend remmender remmendst
verbogen remmende remmendere remmendste
partitief remmends remmenders -

Bijvoeglijk naamwoord

remmend

  1. snelheid verminderend of groei vertragend
    • De regering doet ook te weinig om de bouw van woningen aan te jagen en de gemeenten en provincies worden als remmende factoren gezien, blijkt uit de enquête. [1] 
    • Mijn Toyota Yaris Hybride remt soms zelf een beetje af als ik het gaspedaal loslaat, om uit de remmende werking extra energie te winnen. [2] 
    • De dienst prijst ook de oplettendheid van de automobilisten, die goed vooruit hebben gekeken. ,,Er waren wel wat remmende auto’s, maar iedereen was goed aan het opletten gelukkig.’’ [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen