reisschema

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·sche·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisschema reisschema's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het reisschemao

  1. de planning van een reis met alle aankomst- en vertrektijden
     Naast het reisschema ligt het tijdschrift met het grote interview dat ik heb gegeven voordat we op tournee gingen en waarin mijn hele carrière wordt samengevat en besproken, of ontleed.[2]
     Frenkie de Jong over moordend reisschema: 'Het is allemaal wel kort dag'[3]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2022 Weblink bron “Frenkie de Jong over moordend reisschema: 'Het is allemaal wel kort dag'” (25-03-2021), NOS