reiskosten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reiskosten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛiskɔstə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- reis·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud samenstelling van reis en kosten [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | (reiskost) * | reiskosten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de reiskosten mv
- (financieel), (verkeer) hoeveelheid geld die je voor een reis moet uitgeven
- De reiskosten voor het woon-werkverkeer worden meestal door de werkgever betaald.
- ▸ De reiskosten waren in mijn geval ook best prijzig, aangezien ik vanuit Nederland naar San Diego moest vliegen (en terug vanaf Seattle), wat rond de 700 euro kostte.[2]
Synoniemen
Opmerkingen
- Het enkelvoud "reiskost" heeft (onder meer) dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het enkelvoud van "reiskosten".
Hyperoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord reiskosten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woord alleen in meervoud in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal