regencape
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gen·cape
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regencape | regencapes |
verkleinwoord | regencapeje | regencapejes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) schoudermantel waarmee men de benen en het bovenlijf droog kan houden
- Ondanks de vele buien op de dag ervoor bleek de regencape tijdens de feestelijke optocht in Espelo niet nodig: onder een stralende zon trokken afgelopen zaterdagochtend 22 wagens en 5 loopgroepen vanaf de Okkenbroekseweg naar de feestweide aan de Espelodijk, de locatie van het Sploder Feest 2009. [2]
- Van de zijkant bekeken heeft het kunstwerk wel iets weg van een man die met een regencape tegen een zuidwesterstorm in hangt. Van de voorkant lijkt het op een verhoogde stoel, vanwaar een strandwacht over zand en zee waakt. En van een grotere afstand bezien is het net een baken in zee. [3]
- De regen is een tegenvaller, maar de 700 lopers zijn gemotiveerd en gedreven en wat is een beetje water in vergelijking met de verschrikkingen van kanker? Met de paraplu op en regencape aan lopen ze onverdroten voort. [4]
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'regencape' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regencape" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 13-07-09 'We hadden zelfs niet genoeg ruimte'
- ↑ Tubantia 15-05-15 Zuid West Wierden aan zee: kunst bij 't Lageveld
- ↑ Tubantia Han Haveman 25-06-17 Eerste SamenLoop voor Hoop Nijverdal brengt ruim 73 mille op
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be