ploegmes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ploeg·mes
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ploegen zn en mes zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ploegmes | ploegmessen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het ploegmes o
- deel van een ploeg dat door de grond snijdt
- „Zie vanaf de kansel de gemeente als een akker. Het ploegmes moet er in. Allen moeten in de boodschap van Gods Woord aangesproken worden. Het mag geen verschil maken tot welke sociale klasse of leeftijdscategorie de hoorders horen. [1]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'ploegmes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ploegmes" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Reformatorisch Dagblad 20-10-2006 Uit de kerkelijke pers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be