plastictariër

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plas·tic·ta·riër, plas·tic·ta·ri·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plastictariër plastictariërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plastictariërm

  1. (persoon) iemand die geen of zeer weinig plastic gebruikt
     Zijn idee was even simpel als doeltreffend: je eet of drinkt niets meer uit wegwerpplastic. En dan mag je jezelf plastictariër noemen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2024 Weblink bron Gearchiveerde versie “Plastictariër Tesse begint zelf aan een betere wereld” (3 oktober 2018) op ditispeize.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 januari 2024 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Ester Riemersma
    “Laat met gemak de plastic zak” (10 april 2019) op ferbine.nl