pietluttig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pietluttig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- piet·lut·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pietluttig | pietluttiger | pietluttigst |
verbogen | pietluttige | pietluttigere | pietluttigste |
partitief | pietluttigs | pietluttigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pietluttig
- (als) van een pietlut
- Een pietluttige houding.
- klein, onbetekenend, onbenullig
- Een pietluttig stukje land.
Antoniemen
- [2] aanzienlijk
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord pietluttig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pietluttig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be