personeelsgebrek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·so·neels·ge·brek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | personeelsgebrek | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het personeelsgebrek o
- te weinig personeel hebben
- ▸ De oorzaak van het probleem ligt waarschijnlijk niet bij de NICU's zelf, zegt kinderarts Károly Illy. Het onderliggende probleem is personeelstekort bij andere afdelingen. "De intensive care-units zijn soms vol omdat een deel van de baby's daar eigenlijk moet worden verplaatst naar een high care- of medium care-couveuseafdeling in andere ziekenhuizen. Maar dat lukt regelmatig niet. Die zijn allemaal vol of kampen met personeelsgebrek. Landelijk is er een tekort aan gespecialiseerde kinderverpleegkundigen."[2]
- ▸ Wolf is verder niet bezorgd over mogelijk personeelsgebrek bij de paspoortcontrole. Twee jaar geleden besloot het kabinet dat er 200 marechaussees bij moesten komen voor de grensbewaking. Daarvan is nu zo'n twee derde binnen.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord personeelsgebrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Yfke Nijland“Zorgen om volle intensive care pasgeboren baby’s: maandag spoedoverleg” (Vrijdag 28 juni 2019, 15:34), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Maatregelen Schiphol om megarijen tijdens zomerdrukte te voorkomen” (Vrijdag 5 juli 2019, 12:49), NOS