pepernoot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pe·per·noot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van peper en noot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pepernoot | pepernoten |
verkleinwoord | pepernootje | pepernootjes |
Zelfstandig naamwoord
- een rond stuk peperkoek dat traditioneel veel rond Sinterklaas gegeten worden
- ▸ Maar terwijl die Pieten speelgoed maken, pepernoten bakken en alles klaarmaken voor de volgende reis naar Holland, trekt Sinterklaas op zijn paard door de hoge Spaanse bergen, op zoek naar een nieuw Pietje.[1]
Vertalingen
1. een rond stuk peperkoek dat traditioneel veel rond Sinterklaas gegeten worden
Gangbaarheid
- Het woord pepernoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pepernoot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 11
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be