peperkers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  peperkers    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• pe·per·kers

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  peper  en  kers zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	peperkers	peperkersen
verkleinwoord	peperkersje	peperkersjes

Zelfstandig naamwoord

de peperkers v / m

1. (bloemplanten) Lepidium latifolium  een vaste plant, die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae ). De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De soort komt van nature voor in Europa en tot Centraal-Azië. Van daaruit is de plant verspreid naar Noord-Amerika, Mexico en Australië

Hyperoniemen

• kruidkers, kruisbloemenfamilie, zaadplanten, malviden, rosiden, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'peperkers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] peperkers in het Nederlands Soortenregister N
• [1] peperkers op Wikidata
• [1] peperkers op "Wilde planten in Nederland en België" ♣