oplaadapparatuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·laad·ap·pa·ra·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opladen ww en apparatuur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oplaadapparatuur | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oplaadapparatuur v
- toestel waarmee men een batterij of accu weer van stroom kan voorzien
- ▸ Hertz kondigde ook aan dat het investeert in eigen oplaadapparatuur: voor eind volgend jaar moeten er 3000 laadpunten beschikbaar zijn in de VS en Europa.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'oplaadapparatuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Mega-order voor Tesla: autoverhuurder koopt 100.000 elektrische auto's” (Maandag 25 oktober 2021, 20:53), NOS