onderzoeksgeld

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onderzoeksgeld    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·der·zoeks·geld

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  onderzoek zn  en  geld zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	onderzoeksgeld	onderzoeksgelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het onderzoeksgeld o

1. budget voor wetenschappelijk onderzoek

   • Fouchier zegt dat hij zich aan Amerikaanse overheidsregels moet houden omdat een groot deel van het onderzoeksgeld uit de Verenigde Staten komt.  
   • Volgens Lohse is het een mooie opsteker voor de UT dat de naam Max Planck nu ook formeel aan de universiteit verbonden wordt: “Dat trekt toptalent uit de hele wereld aan.” De komst van het MP-center levert de vakgroep bovendien onderzoeksgeld op: een miljoen per jaar in de eerste vijf jaar, met een optie tot verlenging met nog eens vijf jaar.  
   • Van het onderzoeksgeld in het hoger onderwijs is het meeste bestemd voor de medische wetenschap. 32 procent van de R&D-uitgaven gaat daarheen. De technische wetenschappen en de natuurwetenschappen zijn samen goed voor ruim 34 procent. Sociale wetenschappen als economie, sociologie en psychologie omvatten 20 procent van het budget.  

Gangbaarheid

• Het woord onderzoeksgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.