onderworpen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·wor·pen
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onderworpen onderworpener onderworpenst
verbogen onderworpenste
partitief onderworpens onderworpeners -

Bijvoeglijk naamwoord

onderworpen [1]

  1. onderdanig, ondergeschikt (in rang)
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: onderwerpen…
geen verbogen vorm

onderworpen

  1. voltooid deelwoord van onderwerpen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen