onderwijsbond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·wijs·bond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onderwijs en bond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderwijsbond | onderwijsbonden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de onderwijsbond m
- (onderwijs) (vak)bond die de belangen behartigt van leraren
Gangbaarheid
- Het woord onderwijsbond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.