omzetgroei

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·zet·groei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omzetgroei
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de omzetgroeim

  1. (economie) toename van de waarde van de verkochte producten of diensten
     Philips heeft een sterk jaar achter de rug, in lijn met de eigen doelstellingen voor omzetgroei en winstgevendheid. De omzet nam in 2018 toe met 5 procent naar 18,1 miljard euro. De nettowinst komt uit op 1,1 miljard euro. Dat is 800 miljoen euro lager dan in 2017.[1]
     Een omzetgroei van meer dan 4,5 miljard voor het moederbedrijf van Google en toch zijn beleggers niet tevreden. Ze zijn bang dat de groei van de advertentie-inkomsten afneemt.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Sterk jaar voor Philips, ondanks geopolitieke spanningen” (Dinsdag 29 januari 2019, 08:10), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Google-cijfers stellen beleggers teleur, winst fors lager door EU-boete” (Dinsdag 30 april 2019, 09:42), NOS