omzetcijfer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omzetcijfer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈomzɛtˌsɛifər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- om·zet·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van omzet zn en cijfer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omzetcijfer | omzetcijfers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het omzetcijfer o
- (economie) getal dat de waarde uitdrukt van de totale afzet van een onderneming in een bepaalde periode
- Maar het omzetcijfer dat de fiscus aanlevert blijkt volgens hen niet te kunnen kloppen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord omzetcijfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omzetcijfer" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Schravesande, F.De feiten zijn geheel naar wens (11 april 2015) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-06-28
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %