ommuring

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

ommuring van de Mesdag-kliniek in Groningen
Uitspraak
Woordafbreking
  • om·mu·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ommuring ommuringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ommuringv

  1. een muur die iets afsluit van de buitenwereld; het afsluiten van de buitenwereld
    • De varkens hebben twee keer zoveel ruimte, ze kunnen naar buiten, ze hebben stro. Ook mogen ze hun krulstaart houden. Door de ommuring van het bedrijf kunnen ze niet in aanraking komen met wilde zwijnen. [2] 
    • Nog heel even terug naar Harry en Meghan dan: het gewone volk dat was uitgenodigd om binnen de ommuring van Windsor Castle zet nu massaal hun gekregen goodie bags op eBay! De inhoud is niet spectaculair – een chocolademunt, een flesje Windsorwater, een koelkastmagneet en een doos koekjes – maar er zijn al bedragen boven de 20.000 euro voor neergeteld. Er zijn zelfs mensen die vijf pond hebben betaald voor een pdf van het huwelijksprogramma, dat voor niks te downloaden is op de site van Windsor Castle. Sommige mensen hebben te veel geld. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Ellen den Hollander 23-10-18 Eerste vlees van blijere varkens in de supermarkt
  3. HP de Tijd ALEXANDRA BESUIJEN 24 MEI 2018 Ma aan de mdma
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be