nachtkast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een nachtkast uit de jaren 30 van de 20e eeuw.
Uitspraak
Woordafbreking
  • nacht·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtkast nachtkasten
verkleinwoord nachtkastje nachtkastjes

Zelfstandig naamwoord

de nachtkastv / m

  1. lage kast of tafel zonder laden die bij het hoofdeinde van het bed staat
    • Hij had de foto van zijn overleden vrouw op het nachtkastje staan 
     Op dit moment liggen op mijn nachtkast vooral actiethrillers van Stephen King of Wilbur Smith.[3]
     Pas in het pikkedonker toont hij zijn ware gezicht. Vervolgens wordt dat verlicht door de blauwe cijfers van de digitale wekker op het nachtkastje: 04.44.[4]
Opmerkingen
  • Het verkleinwoord "nachtkastje" is de meer gangbare vorm.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 10-06-2021 Weblink bron Advertentie in: De Maasbode op Wikipedia (13-04-1873), Rotterdam, p. 4 op Delpher.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 15 juni 2021 Weblink bron
    Roel van Gerven interview door Floor Zijp
    “‘We kijken oorlogsfilms en spelen schietspellen’” (10 januari 2019) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 15 juni 2021 Weblink bron
    Harstad, Johan
    “Max, Mischa & Het Tet-offensief” (2017), ISBN 9789057598494, p. 14