musofobie
Uiterlijk
- mu·so·fo·bie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | musofobie | - |
verkleinwoord | - | - |
de musofobie v
- (psychologie) (neologisme) ziekelijke angst voor muizen en ratten
- Hij heeft niet alleen last van arachnofobie (angst voor spinnen), hij lijdt – onder heel veel meer – ook aan clinofobie (bang om naar bed te gaan), aichmofobie (bang voor messen), ablutofobie (bang om in bad te gaan) en chronomentrofobie (angst voor klokken), maar gelukkig weer niet aan musofobie (angst voor muizen). [1]
(psychologie) (neologisme) ziekelijke angst voor muizen en ratten
- Het woord 'musofobie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -fobie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Psychologie in het Nederlands
- Neologisme in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal