moraalridder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·raal·rid·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moraalridder moraalridders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de moraalridderm

  1. iemand die op prekerige wijze probeert een ander zijn eigen normen en waarden op te dringen
    • René van der Gijp zet een pruik op en steekt de draak met een transgender en krijgt daardoor een heel leger moraalridders over zich heen. We meten met twee maten en er lijkt geen grens aan het gebrek aan relativerings-en incasseringsvermogen te zijn.[1] 
    • Voor de rest speelt Star Ocean wel aardig weg. Echt omver geblazen worden we echter niet. En sommige typisch Japanse elementen, waaronder de redelijk seksistische uitbeelding van vrouwelijke personages, vallen wat ons betreft onder het kopje 'wansmaak'. We willen absoluut niet de moraalridder uithangen, maar de stuiterende borsten in een vlekkenoutfit van het personage Fiore Brunelli gaan wellicht te ver.[2] 
      In een vrij groote stad in midden-Duitschland moest een reclame-biljet voor een zeepfirma aangeplakt worden. Het biljet vertoonde een frissche, aantrekkelijke meisjesfiguur, die in haar hand een pakket waschmiddelen houdt. Een moraalridder, die helaas het recht had over dit biljet te beslissen, verbiedt het aanplakken omdat het de zedelijke gevoelens der bevolking kwetst, daar het meisje het pakket zeep vasthield op een wijze, waaraan de bedoelde autoriteit zich stootte.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 7 februari 2018
  2. de Telegraaf Jeroen Bos 6 augustus 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 juni 2020 Weblink bron Goebbels tegen kwezelarij. in: De Telegraaf op Wikipedia, jrg. 42 nr. 15594 (27 januari 1934), Dagblad De Telegraaf, Amsterdam, p. 10 (6) kol. 1
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be