mishandeling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·han·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mishandeling mishandelingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de mishandelingv

  1. het moedwillig toebrengen van psychisch en/of fysiek letsel
    • De mishandelingen die plaatsvonden in die gevangenis zijn berucht. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be