mediahistoricus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- me·dia·his·to·ri·cus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van media en historicus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mediahistoricus | mediahistorici |
verkleinwoord | mediahistoricusje | mediahistoricusjes |
Zelfstandig naamwoord
de mediahistoricus m
- (beroep), (wetenschap) iemand die zich bezighoudt met het onderzoek naar en de beschrijving van de geschiedenis van de media
- Hij is mediahistoricus geworden.
Vertalingen
1. iemand die zich bezighoudt met het onderzoek naar en de beschrijving van de geschiedenis van de media
Gangbaarheid
- Het woord 'mediahistoricus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.