maken gelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maken gelijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmakə(n) ɣəˈlɛik / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ma·ken ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- uit maken (werkwoord) en gelijk (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gelijkmaken |
maken (…) gelijk
- meervoud tegenwoordige tijd van gelijkmaken
Gangbaarheid
- Het woord maken gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.