maakt gelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maakt gelijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmakt ɣəˈlɛik / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- maakt ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- uit maakt (werkwoord) en gelijk (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gelijkmaken |
maakt (…) gelijk
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkmaken
- Jij maakt gelijk.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkmaken
- Hij maakt gelijk.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gelijkmaken
- Maakt gelijk!
Gangbaarheid
- Het woord maakt gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.